In augustus 1971 werd student Richard Yacco in California gearresteerd voor een gewapende overval. Zonder protest werd hij afgevoerd en doorliep hij het “booking process” op het politiebureau. Zoals bij iedere arrestant werden zijn vingerafdrukken genomen en persoonlijke gegevens opgenomen. Vervolgens werd hij geblinddoekt en uitgekleed. Nadat zijn ondergoed was afgenomen kreeg hij een witte japon met een gevangenisnummer en een ketting om zijn been. Na deze procedure werd Gevangene 416 niet afgevoerd naar de gevangenis in afwachting van zijn proces, maar naar de donkere kelder van een universiteit. Richard was namelijk geen echte misdadiger maar een van de 12 vrijwillige “gevangenen” die meededen aan de beruchtste gevangenissimulatie die ooit is uitgevoerd; The Standford Prison Experiment.
Professor Philip Zimbardo was benieuwd of de gewelddadige misstanden in Amerikaanse gevangenissen voortkwamen uit karaktereigenschappen van de bewakers of ontstonden door de machtspositie die zij hebben in een vijandige omgeving. Daarom had hij naast Richard en zijn medegevangenen ook vrijwillige “bewakers” geselecteerd die het zooitje in de nepgevangenis twee weken in de gaten moesten houden. Deze kregen twee opdrachten mee: “behoud de orde” en “gebruik geen geweld”. Gedurende het experiment is de orde in ieder geval bewaard gebleven.
Op de eerste dag begonnen de jonge nepgevangenen natuurlijk gelijk hun grenzen te verkennen. Bewakers werden bespot, regels werden niet nageleefd en er werd gegiecheld als brugklassers op introkamp. Omdat de bewakers geen fysiek geweld konden gebruiken, begonnen zij alternatieven te verzinnen om de gevangenen te straffen. In tegenstelling tot Milgram’s onderzoek (waarover ik blog in deel 1), was er namelijk geen officiële autoriteit die de “bewakers” vertelde wat zij moesten doen. Daarom bedachten zij push-ups als straf en straften zij de hele groep wanneer iemand weigerde te luisteren. De “bewakers” probeerden al na enkele uren tevergeefs de orde te behouden en de “gevangen” lieten door de push-ups tijdens de eerste nacht een tegenreactie zien. Ze verscheurden hun nummers, scholden de hele nacht bewakers uit en maakten zoveel mogelijk herrie. Net als brugklassers op introkamp.
Hierna begon het experiment een minder onschuldige vorm aan te nemen. De volgende ochtend begonnen de gevangenen een opstand en werden de deuren gebarricadeerd met de bedden en matrassen. De opstand werd doorbroken toen de bewakers een voor een de cellen binnenkwamen met brandblussers, de leiders in eenzame opsluiting werden gezet en de laatste kleine bezittingen van de gevangenen afnamen. De opvolgende dagen werden de gevangenen nog afhankelijker gemaakt van de bewakers doordat zij zonder hun toestemming niet konden eten, douchen, slapen of toiletteren.
Hoe afhankelijker de gevangenen werden, hoe meer zij werden bespot door de bewakers. Zij minachtten de gevangen en lieten hen dit duidelijk weten. Hoe groter deze minachting van de bewakers werd, hoe meer de onderdanigheid van de gevangenen toenam, en hoe groter de onderdanigheid hoe agressiever de bewakers werden. De bewakers gingen steeds meer van de gevangenen eisen. Gevangen moesten met hun blote handen WC’s schoonmaken, kregen urenlang zwarte kappen op en werden aan de lopende band mentaal vernederd. Het kwam tot een punt waarop gevangenen elkaar gingen verraden aan de bewakers om straffen te ontlopen. Binnen enkele dagen moesten 2 gevangen vanwege vroege symptomen van zware depressie worden “vrijgelaten”.
Wat een studie van 14 dagen had moeten worden, werd na 6 dagen stil gezet. Niet doordat “gevangenis bewaarder” Zimbardo het genoeg vond, maar omdat hij zijn pas gepromoveerde vriendin uitnodigde om het experiment te komen bekijken. Wat zij zag schokte haar en zij liet Zimbardo inzien dat ook hij geleidelijk aan in zijn rol was gegroeid en niet meer inzag dat de gevangenen met zakken over hun hoofd slechts vrijwillige studenten waren.
In het experiment van Milgram die wij vorige maand bespraken, werden mensen door een autoriteitsfiguur (Labjas) gestuurd in het elektrocuteren van mensen. De Labjas zorgt ervoor dat ons verantwoordelijkheidsgevoel afneemt, waardoor wij makkelijker in staat zijn grenzen op te zoeken die wij anders nooit over gaan. Het Stanford Prison Experiment maakt duidelijk dat de instructie van de Labjas niet per sé nodig is voor het begaan van wreedheden. Het aannemen van de autoriteitspositie (bewaker-rol) zelf kan leiden tot gedrag wat wij anders nooit zouden uitvoeren. Met andere woorden, iedere leraar, agent, manager of leidinggevende zal mij uiteindelijk (ont)slaan, bestraffen, vernederen of elektrocuteren? Natuurlijk niet (wiskundeleraren uitgezonderd)!
Zoals gezegd was Zambardo’s doel om te kijken of echte bewakers wreed werden door karakter eigenschappen of door hun positie in hun sociale omgeving. Dit experiment wordt vaak gebruikt als bevestiging voor de invloed van de sociale omgeving. Sinds deze klassieke experimenten is er echter veel vervolgonderzoek gedaan. Nieuw onderzoek uit 2007 van professor Thomas Carnahan en professor Sam McFarland laat zien dat mensen die reageren op een advertentie om deel te nemen aan een “gevangenisstudie” hoger scoren op karaktereigenschappen als narcisme, autoritarisme, agressie, sociale dominantie en lager op empathie en altruïsme dan de controle groep.
Daarnaast draagt onderzoek van professor Galinsky en zijn collega’s nog een andere belangrijk nuance aan: Macht is niet inherent kwaadaardig of goedaardig. Hun onderzoek toonde aan dat macht mensen hun zelfvertrouwen, doelgericht-gedrag, creativiteit en bereidheid tot het nemen van risico’s doet toenemen. Macht vergroot en versterkt de eigenschappen van een persoon en het is afhankelijk van de persoon zijn intenties of dit goed of slecht is. Dit is nog een goede reden waarom Donald Trump niet moet worden verkozen…
Net als bij de verkiezingen betekent dit op de werkvloer ook dat er goed moet worden gekeken naar persoonlijkheidseigenschappen wanneer nieuwe managers en leiders worden uitgekozen. In dit licht lijken uitgebreide assessments en persoonlijkheidstesten ineens een stuk minder overbodig. Deze kunnen er voor kunnen zorgen dat pro-sociale mensen op de juiste plek terecht komen. Ook deze managers zullen worden beïnvloed en verleid door de macht van hun eigen positie, maar zoals Galinsky liet zien zal dit minder snel tot elektrocutie van de koffiedame leiden. Of zoals Galinsky en zijn collega’s het zelf mooi verwoordden:
“Although power is often thought of as a pernicious force that corrupts those who possess it, it is the protection from the situational influence that helps powerful individuals surmount social obstacles and reach greater heights of creativity to express the unpopular ideals of today that can lead others to the horizons of tomorrow.”
Referenties
Carnahan, T. , McFarland, S. (2007). Revisiting the Stanford Prison Experiment: could participant self-selection have led to the cruelty?.Personality and Social Psychology Bulletin. 33 (5): 603–614
Galinsky, A.D. ; Magee, J.C., Gruenfeld, D.H., Whitson, J.A., Liljenquist, K.A. Power Reduces the Press of the Situation: Implications for Creativity, Conformity and Dissonance . Journal of Personality and Social Psychology. vol. 95., No. 6.
Haney, C., Banks, W. C., & Zimbardo, P. G. (1973). A study of prisoners and guards in a simulated prison. Naval Research Review, 30, 4-17.