The Devil Made Me Do It – Deel 1

De afgelopen maanden hebben wij met verschillende thema’s verklaringen gegeven voor gedrag op en buiten de werkvloer en hoe hier zelf meer invloed op te hebben. Zo hebben wij onder andere gesproken over hoe negatieve gedachten soms juist beter werken dan positieve gedachten (https://www.fahr-becker.nl/blog/glas-is-halfvol-onzin/), het toevoegen van “rotte appels” (https://www.fahr-becker.nl/blog/gezocht-rotte-appel-mv/) aan jouw team kan leiden tot betere beslissingen en het aanpassen van jouw omgeving kan dienen als vruchtbare bodem voor verandering (https://www.fahr-becker.nl/blog/gelukkig-nieuwjaar-rats-drugs-rock-n-roll/). Helaas hebben wij niet altijd deze mogelijkheden tot verandering volledig in de hand. Verandering van rol kan je bijvoorbeeld wel helpen om energieker te worden, maar het is vaak onmogelijk om het kantoor in te lopen en vanaf morgen van rol te veranderen. “Iedereen is manager!” werkt nou eenmaal beter in een soepreclame dan in de praktijk. Hoewel hiërarchie en rolverdeling op de werkvloer uiteraard noodzakelijk zijn om als organisatie te functioneren zorgt dit per definitie ook voor ongelijke sociale verhoudingen. Deze ongelijke machtsverhouding kan verstrekkende gevolgen kunnen hebben op het functioneren van zowel de volger als de leider, zoals twee van de meest beroemde sociaal psychologische experimenten laten zien.

In de jaren na de Tweede Wereld Oorlog vroegen velen zich af hoe mensen in staat waren om op zo’n grote schaal een gruweldaad als de Holocaust te plegen. Oorlog was niet nieuw, maar de efficiëntie, precisie en het relatief gemak waarop er genocide plaats had gevonden was dat wel. Harry Mulisch probeerde in “De Zaak 40/61” een portret te maken van “kampbeul” Eichmann. Hierin schetste hij een beeld van een gewone man, die door op de verkeerde plaats op het verkeerde moment te zijn, zonder besef van schuldgevoel zijn daden uitvoerden: Befehl ist Befehl, en veel mensen hadden in zijn situatie waarschijnlijk hetzelfde gaan. Professor Milgram voerde rond dezelfde tijd als de uitgave van Mulisch’ zijn boek, in Yale een wetenschappelijk experiment uit en concludeerde hetzelfde.

Milgram vroeg participanten mee te doen in een onderzoek naar “leergedrag”. De participant werd binnengeleid en hier ontmoette hij de tweede participant aan het onderzoek. In werkelijkheid was dit een ingelichte acteur die deel was van het experiment. De acteur nam plaats in een aparte ruimte en was voor de participant niet zichtbaar (maar wel hoorbaar) vanuit de andere kamer. Hier kreeg de participant van een autoriteitsfiguur in een Labjas, de instructie om de acteur vragen te stellen en bij ieder fout antwoord een schok toe te dienen door middel van het paneel voor hem. Hier stonden oplopende voltages op vermeld. De hoogste paar standen waren ook voorzien van een tekst: “Pas op! Gevaarlijk voltage” tot aan “XXX” (dodelijk). Na ieder fout antwoord werd de participant door de Labjas verteld om het voltage op te schroeven.

Omdat de acteur expres regelmatig verkeerde antwoorden gaf, moest de participant het voltage steeds verder opvoeren. Wat begon met gegiechel na de eerste schok, leidde later tot licht gevloek, oproepen over zijn (gespeelde) hartklachten en nog later flinke pijnkreten. Als een participant gewetenswroeging kreeg en twijfelde wees de Labjas hem er op dat hij gewoon door moest gaan. De pijnkreten werden steeds heviger en na de “Pas Op!” stand te hebben overschreden volgde smeekbedes van de acteur om te stoppen, laatste schreeuwen van pijn en tot slot absolute stilte.

Het doel van dit experiment was uiteraard om te kijken hoelang het zou duren totdat de participanten zouden weigeren om naar de Labjas te luisteren en de beslissing maakten om te stoppen met het toedienen van mogelijk dodelijke schokken aan hun “mede-participant”. Je zou verwachten dat het aantal mensen dat doorgaat tot de laatste fase van het experiment, ongeveer gelijk is aan het geschatte percentage psychopaten in de samenleving (volgens Prof. Robert Hare ongeveer 1 op de 100 mensen). De uitkomst schokte Milgram.

Niet minder dat 62% van de kandidaten ging door totdat de acteur niet meer reageerde (zijn dood) en ongeveer 70% ging door tot en met de “Pas Op!” stand. Deze resultaten schreeuwden om herhaling van de studie. Na vergelijkbare onderzoeken in verschillende culturen en landen werden dezelfde resultaten behaald. Opvallend genoeg heeft de tijdsgeest hier ook geen invloed op. Hoewel de herhaling van dit onderzoek vanwege nieuwe ethische codes aan Universiteiten niet meer mogelijk is, zijn TV zenders aan andere regels onderworpen. In 2009 werd op de Franse televisie “een herhaling” van dit experiment uitgevoerd in de vorm van een spelshow (inclusief Franse Linda de Mol). De documentaire hierover is zeker het kijken waard! (https://www.youtube.com/watch?v=oF-SdejuXdU)

Maar betekenen deze resultaten dat wij allemaal gewetenloze beulen zijn? Hoewel de meerderheid van de participanten “tot de dood” doorgaat, laat dit onderzoek met name zien hoe snel mensen geneigd zijn om zich te conformeren aan autoriteit. Dit werd ook duidelijk doordat vrijwel iedere participant na het onderzoek de Labjas aanwees als de schuldige. Hoewel de Labjas natuurlijk formeel verantwoordelijk is voor het experiment, maakt hem dit niet moreel verantwoordelijk voor de keuzes van de participant.

De sociale verhouding tussen autoriteit en participant faciliteert het opgeven van eigen verantwoordelijkheid. Hoewel dit experiment een extreme vorm is van een sociaal psychologisch principe is dit ook terug te vinden op de werkvloer. Omdat het vanzelfsprekend is om te luisteren naar jouw leidinggevende zorgt dit ook voor een sociale verhouding waarin de neiging ontstaat niet te veel vragen te stellen (ik ben lekker toch niet verantwoordelijk). Dit principe is natuurlijk meestal niet slecht, deze persoon is vaak jouw leidinggevende met een reden en om deze reden ook gedeeltelijk verantwoordelijk voor jouw handelen. Maar net als in het experiment van Milgram is jouw leidinggevende wellicht formeel verantwoordelijk, je blijft altijd zelf (morele) verantwoordelijkheid dragen voor je eigen keuzes en acties. Wanneer jij bijvoorbeeld (ondanks instructies) een vergadering met een klant bijzonder agressief instapt en hiermee het gehele onderhandelingsproces van enkele maanden van tafel veegt, ben jij binnen het bedrijf toch wel degelijk de gebeten hond. De Duitsers kwamen na de oorlog immers ook niet weg met “Befehl ist Befehl”!

De opvallende lezer heeft misschien gemerkt dat ik dit blog begon over 2 experimenten die de invloed van sociale verhoudingen op gedrag laten zien. In dit blog heb ik het met name gehad over het gedrag van een ondergeschikte ten aanzien van een autoriteit. In het volgende blog zal ik het hebben over een ander experiment die de effecten van sociale verhouding uit het uitgangspunt van autoriteit laten zien. Zijn wij allemaal gedoemd om ons over te geven aan autoriteit? Zullen de Labjassen ons blijven “dwingen” knoppen in te drukken? Stay Tuned!

Referenties
Milgram, S. (1963). Behavioral study of obedience. Journal of Abnormal and Social Psychology, 67, 371-378
Shanab, M. E., & Yahya, K. A. (1978). A cross-cultural study of obedience. Bulletin of the Psychonomic Society.
Burger, J.M. (2009). Replicating Milgram. Would people still obey today? American Psychologist, 64, 1-11
Robert D. Hare, Gewetenloos, de wereld van de psychopaat (2003)

Dit vind je misschien ook interessant